Roos Zwetsloot
22 maart 2021Iris van Suchtelen van de Haare
21 april 2021Roos Zwetsloot
22 maart 2021Iris van Suchtelen van de Haare
21 april 2021Topzwemmer Stan Pijnenburg, student aan de Johan Cruyff Academy, over de pittige weg om zich te kwalificeren voor deelname aan de Olympische spelen van Tokyo.
Zwem international Stan Pijnenburg studeert Sportmarketing aan de Johan Cruyff Academy Tilburg. Stan is daarnaast zes dagen per week in het Pieter van den Hoogenband zwemstadion in Eindhoven te vinden. Hier traint hij gemiddeld 25 uur per week, samen met de absolute top in het Nederlandse zwemmen, op weg naar mooie prijzen. Momenteel (voorjaar 2021) is hij op jacht om zijn grootste droom te realiseren: kwalificatie voor de Olympische Spelen in Tokyo.
In juli 2020 maakte de KNZB de Olympische kalender bekend. De Rotterdam Qualification Meet RQM, in december van dat jaar, was toen de eerste kwalificatiemogelijkheid voor Tokyo. Alle pijlen gingen richting deze wedstrijd, de 100 meter vrije slag, mijn specialiteit. Hier gaat een hele planning aan vooraf, met opbouw, dan kwalitatief zwaar trainen en tot slot taper. Deze taperfase is een soort van hypercompensatie, waarin we hard doortrainen tot 2 à 3 weken voor een grote wedstrijd, waarna we teruggaan qua omvang en belasting van de training. Dit moet ervoor zorgen dat het lichaam herstelt en voor zo’n grote wedstrijd fysiek beter is dan ooit.
Op de dag van de race sta ik 4 uur voordat die plaatsvindt op, zodat ik op tijd wakker ben. Veel water drinken en een goede maaltijd is van groot belang. 2 uur voor de race ga ik richting het bad, waar ik mezelf dan rustig warm ga maken, door middel van landtraining en inzwemmen. Drie kwartier voor de race ga ik het water uit en ga ik nog eens naar het toilet, want eenmaal de zwembroek aan kan dat niet meer. Ongeveer 25 minuten van te voren moet je je melden bij de voorstart. Hier verzamelen alle zwemmers voordat jouw serie aan de beurt is. Iedereen is daar uiterst geconcentreerd om alles te kunnen geven tijdens de race.
De limiet voor kwalificatie voor de Olympische Spelen op de 100m vrije slag ligt op 48,52 seconden. Helaas heb ik dat toen net niet gehaald (zie video).
Hoe ziet jouw ‘Road to Tokyo’ er uit?
In 2016 was ik heel dicht bij kwalificatie voor de Olympische Spelen in Rio, toen voor de estafette 4x200m vrije slag. De jongens die uiteindelijk naar Rio mochten, haalden ook de finale. Voor mij was dat best zuur, want ik had daar natuurlijk willen staan, maar ik kreeg ook het besef dat de Olympische Spelen in Tokyo een realistisch doel is. Vanaf toen wilde ik al mijn trainingsuren beloond zien met een ticket voor die Olympische Spelen. Hier heb ik de afgelopen jaren alle tijd hard voor getraind.“Toen de Olympische kalender bekend was, gingen alle pijlen richting de Rotterdam Qualification Meet” – Stan Pijnenburg
In juli 2020 maakte de KNZB de Olympische kalender bekend. De Rotterdam Qualification Meet RQM, in december van dat jaar, was toen de eerste kwalificatiemogelijkheid voor Tokyo. Alle pijlen gingen richting deze wedstrijd, de 100 meter vrije slag, mijn specialiteit. Hier gaat een hele planning aan vooraf, met opbouw, dan kwalitatief zwaar trainen en tot slot taper. Deze taperfase is een soort van hypercompensatie, waarin we hard doortrainen tot 2 à 3 weken voor een grote wedstrijd, waarna we teruggaan qua omvang en belasting van de training. Dit moet ervoor zorgen dat het lichaam herstelt en voor zo’n grote wedstrijd fysiek beter is dan ooit.
“Tijdens de taperfase train je hard door, tot 2 à 3 weken voor de grote wedstrijd, waarna je herstelt en fysiek beter bent dan ooit” – Stan Pijnenburg
Op de dag van de race sta ik 4 uur voordat die plaatsvindt op, zodat ik op tijd wakker ben. Veel water drinken en een goede maaltijd is van groot belang. 2 uur voor de race ga ik richting het bad, waar ik mezelf dan rustig warm ga maken, door middel van landtraining en inzwemmen. Drie kwartier voor de race ga ik het water uit en ga ik nog eens naar het toilet, want eenmaal de zwembroek aan kan dat niet meer. Ongeveer 25 minuten van te voren moet je je melden bij de voorstart. Hier verzamelen alle zwemmers voordat jouw serie aan de beurt is. Iedereen is daar uiterst geconcentreerd om alles te kunnen geven tijdens de race.
De limiet voor kwalificatie voor de Olympische Spelen op de 100m vrije slag ligt op 48,52 seconden. Helaas heb ik dat toen net niet gehaald (zie video).
Ik zwom tijdens die 100 meter vrije slag een persoonlijk record in 48'75 en met mijn tijd kwalificeerde ik me ook voor mijn eerste individuele EK. Ik ben dus zeker van deelname aan de Europese Kampioenschappen in mei 2021 in Boedapest. Dat maakt me wel erg trots.
Maar de tijd was niet genoeg voor deelname aan de Olympische Spelen. Het doel is altijd geweest om de limiet voor de Spelen te halen, dus in die zin ben ik nog niet geslaagd in mijn missie en was ik wel wat teleurgesteld. Maar gelukkig heb ik dit voorjaar nog twee kansen. Door de coronacrisis heeft de KNZB de Swim Cup in april in Endhoven aangemerkt als extra kwalificatiewedstrijd. Daarnaast is het Europese Kampioenschap in Budapest in mei ook nog een kwalificatietoernooi.
“Gelukkig heb ik dit voorjaar nog twee kansen om me te plaatsen voor de Olympische Spelen in Tokyo” – Stan Pijnenburg
Maar de tijd was niet genoeg voor deelname aan de Olympische Spelen. Het doel is altijd geweest om de limiet voor de Spelen te halen, dus in die zin ben ik nog niet geslaagd in mijn missie en was ik wel wat teleurgesteld. Maar gelukkig heb ik dit voorjaar nog twee kansen. Door de coronacrisis heeft de KNZB de Swim Cup in april in Endhoven aangemerkt als extra kwalificatiewedstrijd. Daarnaast is het Europese Kampioenschap in Budapest in mei ook nog een kwalificatietoernooi.
Waar komt jouw passie voor zwemmen vandaan?
Toen ik 7 jaar oud was keek ik de 100 meter vrije slag-race van Pieter van den Hoogenband tijdens de Olympische Spelen van 2004 in Athene. Hij werd toen Olympisch kampioen. Dat heeft enorm veel indruk op mij gemaakt. Ik wilde vanaf dat moment, net als hem, Olympisch kampioen worden.“Toen ik 7 was zag ik de race waar Pieter van den Hoogenband Olympisch kampioen werd. Sindsdien is hij mijn voorbeeld en wil ik dat ook bereiken” – Stan Pijnenburg
In 2006 plaatste ik me voor het eerst voor het officieuze Nederlands Kampioenschap voor minioren zwemmers (t/m 12 jaar). In de categorie t/m 10 jaar werd ik plots tweede op de 100m vrije slag. Dingen waar ik goed in ben, vind ik leuk. Bovendien was het ook de afstand waar Pieter van den Hoogenband, mijn voorbeeld, Olympisch kampioen op was geworden. Voor mij was het toen duidelijk dat dit 'mijn afstand' is, waar ik de allerbeste in wil worden.
Waar en hoe train je precies?
Ooit werd aan mijn vader en mij voorgesteld dat ik "wel een paar keer mee mocht trainen met PSV Zwemmen, omdat ze wel 'enig talent' in mij zagen". Ik was al fanatiek voetbalsupporter van PSV, dus voor mij was het een enorme kick dat ik bij PSV mocht gaan zwemmen. Daar heb ik jarenlang gezwommen.“Ik was al fanatiek PSV-supporter, dus het was een enorme kick dat ik bij PSV mocht gaan zwemmen” – Stan Pijnenburg
Dankzij mijn progressie, train ik sinds een paar jaar op het HPC Eindhoven, het High Performance Centrum. Ik ben nog wel lid van PSV, omdat ik voor de wedstrijden voor een club uit moet komen en het HPC geen club is.
In Nederland heb je twee HPC’s: Eindhoven en Amsterdam. Daar trainen de beste zwemmers van Nederland. Wij in Eindhoven hebben een groep van ongeveer 15 zwemmers, die zich ieder op andere specialiteiten richten. Er zijn drie coaches, die van die 15 zwemmers een paar zwemmers direct begeleidt en waar nodig ondersteuning biedt aan andere coaches.
“We trainen in drie groepen, met zoveel mogelijk dezelfde specialiteiten en haast hetzelfde niveau” – Stan Pijnenburg
Zo hebben we dus eigenlijk drie groepen binnen de groep van vijftien. In iedere groep wordt geprobeerd zoveel mogelijk zwemmers met dezelfde specialiteiten bij elkaar te brengen, zodat je trainingen toch een beetje samen kunt doen. Het niveau ontloopt zich niet veel onderling, dus dan kun je je ook aan elkaar optrekken tijdens de trainingen.
Wat zijn andere 'bepalende momenten' geweest in je zwemcarrière?
Ik was altijd al redelijk lang, maar rond mijn dertiende had ik groeistuipen. Waar ik op mijn tiende tweede van Nederland werd, had ik toen geluk als ik bij de top 20 zat! Zoals ik al zei heb ik een hekel aan verliezen, dus voor mij was het erg zwaar om zover achterop te liggen.Daarnaast ging ik ook naar de middelbare school in Eindhoven, maar ik woonde nog bij mijn ouders in Haaren. Dat betekende dat elke dag om 4.45 uur in de ochtend de wekker ging om naar Eindhoven te gaan, waar om 6.00 uur de training begon. 's Avonds was ik pas weer rond 20.30 uur thuis en gelijk naar bed. Mijn vrienden zag ik amper meer en verloor daar toen het contact mee.
“Door die Olympische droom heb ik nooit besloten om te stoppen” – Stan Pijnenburg
Mijn Olympische droom heb ik gelukkig wel altijd gehouden en daardoor heb ik nooit besloten om te stoppen. Daarnaast heeft het zwemmen me ook hele mooie ervaringen en herinneringen gegeven. Zo zwom ik afgelopen december mijn snelste tijd ooit op de 100m vrije slag. Ik ben hier enorm trots op, omdat ik ondanks alle onzekerheden die er nu zijn, heb laten zien er alles aan te doen wat binnen mijn mogelijkheden ligt, om hard te zwemmen.
“Het was een enorm gaaf gevoel om namens Nederland een medaille te halen” – Stan Pijnenburg
Mijn allermooiste moment tot nu toe blijft wel de zilveren medaille op de 4x100m vrije slag mixed bij de EK Glasgow in 2018. Daar haalde ik samen met Nyls Korstanje, Femke Heemskerk en Ranomi Kromowidjojo, mijn eerste medaille ooit op een groot toernooi. Dat geeft toch een enorm gaaf gevoel, om een medaille namens Nederland behaald te mogen hebben. (zie video)
Hoe combineer je topsport met je studie?
Ik heb eerst een universitaire opleiding proberen te volgen, maar dat was niet te combineren met topsport. Ik heb er toen voor gekozen om over te stappen naar de Johan Cruyff Academy Tilburg. Hier heb ik meer vrijheid om het zwemmen te combineren met het volgen van een studie.“Ik krijg vanuit de Johan Cruyff Academy veel ruimte om te trainen en alles wat ik moet weten komt online te staan" – Stan Pijnenburg
Ik was sowieso al geïnteresseerd in sportmarketing, ik krijg vanuit de Johan Cruyff Academy veel ruimte om te trainen en alles wat ik moet weten komt online te staan. Daarnaast kan ik altijd terecht bij de studiecoaches, die ook super sportminded zijn en altijd geïnteresseerd zijn in hoe het zwemmen gaat. Alleen de groepsopdrachten vond ik wat wennen, want de deadlines daarvoor zijn iets lastiger te verplaatsen. Het is dan wel fijn, dat je met allemaal sporters studeert, want die snappen ook wel dat je het soms even wat drukker hebt. We pakken dan waar we kunnen, wat werk voor elkaar op.
“Dankzij de minor werd ik geïnspireerd om te beginnen met mijn eigen podcast op Spotify” – Stan Pijnenburg
Ik heb ook de minor Waardecreatie in de Sport van Morgen afgerond. Deelname is open voor alle hbo-studenten, maar het programma is ontworpen voor topsporters. Je kan de minor bijvoorbeeld helemaal thuis volgen, want alles is online terug te vinden. Inhoudelijk was het ook een leuke minor. Je leert veel out of the box te denken, maar het allerleukste vond ik toch wel het maken van een podcast. Hier ben ik na de minor mee doorgegaan en ik heb nu mijn eigen podcast ‘Van Stan tot Finish’, die te vinden is op Spotify en waar ik onder andere een interview met Ranomi heb staan.
Wanneer ik mijn studie op de Johan Cruyff Academy Tilburg succesvol heb afgerond, hoop ik nog een master Sportmarketing te gaan doen. Daarna zou ik graag aan de slag willen bij een sportbond of vereniging om daarmee maximale prestaties te halen.
Maar voor nu eerst deze studie afronden én heel hard zwemmen!
Maar voor nu eerst deze studie afronden én heel hard zwemmen!