Kickboksen: van schimmige ‘bad boy’ naar breder beoefende sport
1 november 2021LoL to the rescue in een esports campagne die levens redt
10 april 2022Kickboksen: van schimmige ‘bad boy’ naar breder beoefende sport
1 november 2021LoL to the rescue in een esports campagne die levens redt
10 april 2022Diversiteit in de sport, alleen een beleid of ook uitvoerbaar?
Hellen Bottema liep haar stage voor de Johan Cruyff Academy bij Sportraad Amsterdam, waar ze de ervaringen van niet-heteroseksuele mannen in de hockey- en voetbalwereld inzichtelijker maakte, om het beleid van de gemeente op het gebied van diversiteit in de sport te ondersteunen
In haar stage voor de Johan Cruyff Academy Amsterdam, maakte de inmiddels afgestudeerde Hellen Bottema voor de Sportraad Amsterdam, de ervaringen van niet-heteroseksuele mannen in de hockey- en voetbalwereld inzichtelijker, om aanbevelingen op te stellen die de diversiteit in de sport bevorderen. De Gemeente Amsterdam onderkent dat er op dit gebied uitdagingen zijn; het lukt nog niet goed genoeg, om het beleid effectief in te zetten om meer resultaten te boeken.
Het is een uitdaging die niet alleen Amsterdam bezighoudt. De Nederlandse overheid streeft naar een veilig sportklimaat: iedereen, ongeacht leeftijd, opleiding, etniciteit en seksuele oriëntatie, moet met plezier kunnen sporten. Voor lesbische en biseksuele vrouwen blijkt echter de seksuele oriëntatie aanzienlijk minder vaak van invloed op het sportgedrag, dan voor homoseksuele mannen. (Uit: Sociaal en Cultureel Planbureau). Wat speelt er?
Het is een uitdaging die niet alleen Amsterdam bezighoudt. De Nederlandse overheid streeft naar een veilig sportklimaat: iedereen, ongeacht leeftijd, opleiding, etniciteit en seksuele oriëntatie, moet met plezier kunnen sporten. Voor lesbische en biseksuele vrouwen blijkt echter de seksuele oriëntatie aanzienlijk minder vaak van invloed op het sportgedrag, dan voor homoseksuele mannen. (Uit: Sociaal en Cultureel Planbureau). Wat speelt er?
Omgeving waarin iedereen zichzelf kan zijn
Alyson Annan is alumna van de Johan Cruyff Academy Amsterdam en lange tijd bondscoach van de Nederlandse hockeydames. Ze is getrouwd met de Nederlandse oud-international Carole Thate, manager van de World of Johan Cruyff en ze zegt op de website van SportknowhowXL over het onderwerp: “Bij ons in het team is acceptatie het sleutelwoord, Het gaat niet over kleur, waar je vandaan komt of seksualiteit. De totale acceptatie van de mens staat centraal. Daar praten we niet veel over. Ik hoop dat we erin slagen om een omgeving te creëren waarin iedereen zichzelf kan zijn. Daar praten we wél over: wees wie je bent en praat erover!”Meer openlijke vrouwelijke dan mannelijke LGBTQ+ atleten
Volgens Outsports participeerden er meer LGBTQ+ atleten bij de Olympische Spelen in Tokio, dan alle voorgaande Olympische Zomerspelen samen: 186 in totaal. Dit jaar werden zo'n 30 verschillende landen vertegenwoordigd door minstens één publieke LGBTQ+ atleet in minstens 34 sporten, waaronder de eerste trans-Olympiërs. Vrouwen op de lijst overtreffen mannen met een marge van ongeveer 9 tegen 1, waarbij vrouwenvoetbal met meer dan 40 spelers bovenaan staat.“Bij jongens die 'homo' roepen naar een ander, heeft dat woord bij hen meestal niet dezelfde lading, die een gay man wél ervaart” – Hellen Bottema
Is die scheve verhouding misschien een indicatie, dat er bij de niet-heteroseksuele mannen nog veel te winnen valt? Ervaren zij minder dan de vrouwen, dat de omgeving niet veilig is om uit de kast te komen? Het thema speelt in de hele Westerse wereld waar het beleid erop gericht is om meer diversiteit en inclusiviteit te creëren, onder andere in de sport, maar waar in veel sporten vooral de mannen moeite hebben om 'uit de kast' te komen. Zo wordt bijvoorbeeld 'homo', 'mietje' of 'flikker' in veel sportomgevingen als scheldwoord gebruikt. “Mannelijke homoseksualiteit wordt dan geassocieerd met iets negatiefs”, aldus Hellen, “en ook geldt doorgaans dat bij jongens die 'homo' naar een ander roepen, dat meestal helemaal niet dezelfde lading heeft, die een gay man wél ervaart. Het is van groot belang dat de bewustwording hierover groeit en dat er meer begrip ontstaat. Wat dat betreft zou ik iedereen willen aanraden om naar de podcast De Schaduwspits te luisteren, waar het onderwerp 'gay zijn in de sportwereld' op verschillende manieren belicht wordt.”
“Ik raad iedereeen aan om naar de podcast De Schaduwspits te luisteren, waar het thema 'gay zijn in de sportwereld' op verschillende manieren belicht wordt” – Hellen Bottema
Topsport kan het thema in de openheid brengen. Een recent voorbeeld is de Australische A-League middenvelder Josh Cavallo, de enige bekende mannelijke professionele topvoetballer ter wereld, die in oktober 2021 uit de kast kwam als gay en aangaf dat hij weet dat er andere spelers "in stilte leven". Zijn coming out kreeg veel aandacht.
Josh Cavallo was een uitzondering op de regel en hij werd door positieve reacties overstelpt, ook uit de voetbalwereld. De vele negatieve reacties onder zijn video maken tegelijk ook pijnlijk duidelijk waarom het voor velen zo’n grote stap is; wereldwijd hebben veel mensen een negatieve connotatie met mannelijke homoseksualiteit.
Voormalig topzwemmer Johan Kenkhuis is alumnus van de Johan Cruyff Academy Amsterdam en was rond de Olympische Spelen van Athene één van de weinige atleten die uitkwam voor zijn homoseksuele geaardheid. “Ik kijk daar met trots op terug,” aldus Johan, “maar ook met veel plezier eigenlijk. Voor mij is mijn geaardheid nooit een probleem geweest, omdat ik die er zelf niet van maakte. Voor anderen was het daardoor ook geen issue. Toen ik deelnam aan de Spelen waren er 10 openlijk homoseksuele sporters. In Japan waren het er 186! Het gaat dus best goed, maar het heeft ook veel tijd nodig. Ik ben blij en dankbaar dat ik een kleine bijdrage heb mogen leveren.”
“Voor mij is mijn geaardheid nooit een probleem geweest, omdat ik die er zelf niet van maakte. Voor anderen was het daardoor ook geen issue” – Johan Kenkhuis
Voormalig topzwemmer Johan Kenkhuis is alumnus van de Johan Cruyff Academy Amsterdam en was rond de Olympische Spelen van Athene één van de weinige atleten die uitkwam voor zijn homoseksuele geaardheid. “Ik kijk daar met trots op terug,” aldus Johan, “maar ook met veel plezier eigenlijk. Voor mij is mijn geaardheid nooit een probleem geweest, omdat ik die er zelf niet van maakte. Voor anderen was het daardoor ook geen issue. Toen ik deelnam aan de Spelen waren er 10 openlijk homoseksuele sporters. In Japan waren het er 186! Het gaat dus best goed, maar het heeft ook veel tijd nodig. Ik ben blij en dankbaar dat ik een kleine bijdrage heb mogen leveren.”
In het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau wordt geconstateerd dat homoseksuele mannen vooral team- en contactsporten (zoals voetbal) lijken te mijden, omdat ze verwachten niet te worden geaccepteerd. “Uit mijn onderzoek (en uit eigen ervaring) bleek ook dat vrouwen makkelijker uit de kast komen dan mannen,” aldus Hellen, “door de sfeer die er bij vrouwenteams hangt. Er werd bijvoorbeeld aangegeven dat vrouwen meer over gevoelens en hun privéleven praten, naast de sport."
"Bij mannelijke teamsporters gaat het daarentegen vaak over de wedstrijd of andere sportzaken. Tevens gaven de mannelijke respondenten zelf ook vaak aan dat ze geen toegevoegde waarde zagen in het vertellen hiervan aan hun teamgenoten, want ‘het draait ten slotte om de sport’.”
"Uit die gesprekken bleek verder dat met name de sportcultuur als drempel voor een coming out wordt genoemd; de masculiniteit, de machocultuur en het hetero-normatieve gedrag die er heersen. Daarnaast bleek met name bij voetbal dat de verschillende culturen en normen en waarden, bijdragen aan gevoelens van onveiligheid. Binnen de hockey werd vooral de elitaire omgeving als drempel genoemd," aldus Hellen.
“Vaak geven mannelijke respondenten aan dat ze zelf ook geen toegevoegde waarde zien in het vertellen aan teamgenoten, want ‘het draait ten slotte om de sport’” – Hellen Bottema
"Bij mannelijke teamsporters gaat het daarentegen vaak over de wedstrijd of andere sportzaken. Tevens gaven de mannelijke respondenten zelf ook vaak aan dat ze geen toegevoegde waarde zagen in het vertellen hiervan aan hun teamgenoten, want ‘het draait ten slotte om de sport’.”
“Als drempel voor de coming out worden vooral de masculiniteit en machocultuur en het hetero-normatieve gedrag genoemd, die bij de voetbal- en hockeyclubs heersen” – Hellen Bottema
"Uit die gesprekken bleek verder dat met name de sportcultuur als drempel voor een coming out wordt genoemd; de masculiniteit, de machocultuur en het hetero-normatieve gedrag die er heersen. Daarnaast bleek met name bij voetbal dat de verschillende culturen en normen en waarden, bijdragen aan gevoelens van onveiligheid. Binnen de hockey werd vooral de elitaire omgeving als drempel genoemd," aldus Hellen.
Rol van de sportbestuurders
En hoe zit het dan bij de bestuurders van Nederlandse sportclubs? Die zijn in het algemeen positief over de sfeer en sociale veiligheid bij hun eigen vereniging, aldus de Verenigingsmonitor van het Mulier Instituut. De voetbalverenigingen bijvoorbeeld, scoren een 8,0 op sfeer en sociale veiligheid en volgens bijna twee derde van de bestuurders vormt onwenselijk gedrag van leden en/of kader geen actueel probleem. In het Jaarbericht Verenigingsmonitor 2019 staat dat acht op de tien verenigingsbestuurders aangeven dat binnen hun vereniging (vrijwel) nooit grappen of opmerkingen worden gemaakt over herkomst of huidskleur.In het algemeen is dat een positief beeld. Maar kan dit misschien ook betekenen, dat de uitdagingen door de landelijke en lokale overheden worden onderkend, maar dat in de dagelijkse omgang op en rond het veld niemand 'gedoe' wil over geaardheid? Kan het misschien betekenen dat het in de mannensport niet aan de orde komt en dat de sporters er zelf ook niet over beginnen?
“Een club kan makkelijk zeggen dat 'iedereen welkom is', maar het ligt toch genuanceerder voor de hockeyers en voetballers die ik geïnterviewd heb” – Hellen Bottema
“Die indicaties vond ik inderdaad terug in mijn onderzoek”, aldus Hellen, “het Sportakkoord is leidend in de aanpak rondom een veilige sportomgeving, maar toen ik verenigingen benaderde, bleek vaak dat die helemaal niet zitten te wachten op aansturing vanuit de gemeente, omdat 'iedereen welkom is', toch? Ja, dat kan een club gemakkelijk zeggen maar het ligt toch genuanceerder, want de hockeyers en voetballers die ik voor mijn onderzoek heb geïnterviewd – en die zelf de stap hadden gezet om uit de kast te komen – gaven aan dat hen dat moeite had gekost en dat er op en om het veld wel degelijk gescholden wordt.”
“Wat mij opviel is dat veel bestuurders de vinger niet goed op de problemen konden of wilden leggen” – Hellen Bottema
“Ik heb verschillende bestuurders van clubs en verenigingen over dit onderwerp geïnterviewd”, vervolgt Hellen, “en wat mij daarbij opviel is dat veel bestuurders de vinger niet goed op de problemen konden of wilden leggen. De meesten gaven aan dat ze een veilige omgeving hebben gecreëerd op de vereniging, met een vertrouwenspersoon en zo, maar dat daar weinig tot niets binnenkomt, en dat het dan bij hen 'dus' niet speelt. De geïnterviewde spelers ervaren dit echter niet zo. Maar ondertussen gebeurt er dus ook niets.”
De bal ligt vooral bij de clubs
“Het stimuleren van meer diversiteit en inclusiviteit is in mijn ervaring dus een aardig ingewikkeld vraagstuk", aldus Hellen, "waar veel verenigingen geen zin in hebben, noch behoefte voelen om er mee aan de slag te gaan, omdat zij immers een veilige omgeving op hun vereniging ervaren, terwijl er vanuit de overheid en de LGBTQ+ omgeving wel behoefte is aan meer aandacht voor veranderingen."“Als sporters wél uit de kast komen, is er eigenlijk altijd veel begrip en draagvlak voor binnen het team” – Hellen Bottema
"Tijdens mijn onderzoek – waarvan het misschien hier wel belangrijk is te vermelden dat ik het uitgevoerd heb bij Amsterdamse sportverenigingen – kwam ik er achter dat als sporters wél uit de kast komen, hier eigenlijk altijd heel veel begrip en draagvlak voor is binnen het team. Ik heb geen negatieve verhalen gehoord van coming outs binnen een team. Oftewel, de andere sporters hadden in die situaties geen negatief beeld over de niet-heteroseksuele teamgenoten, maar de niet-heteroseksuele spelers ervaren wel een omgeving waarin een sfeer hangt, waarin dit een lastig onderwerp van gesprek is."
Naast de bewustwording, die nog echt beter kan en waar we het al over hadden, is de allergrootste uitdaging aan dit vraagstuk in mijn optiek, dat we praten over het veranderen van een cultuur. En dat is natuurlijk iets wat niet van de ene op de andere dag gebeurt.
“De uitdaging ligt vooral in het intrinsiek motiveren van verenigingen. Zij zullen sneller actief beleid uitvoeren, indien zij de positieve gevolgen hiervan duidelijk merken” – Hellen Bottema
Wat zou er dan moeten gebeuren, om de bewustwording rondom het thema te vergroten en die cultuurverandering te stimuleren? "Tijdens mijn onderzoek kwam naar voren dat men het er eigenlijk wel over eens is dat de verantwoordelijkheid voor een veilige sportomgeving vooral bij de aanbieders ligt, dus de clubs en verenigingen. Van daaruit heb ik geconcludeerd dat de uitdaging vooral ligt in het intrinsiek motiveren van verenigingen, want verenigingen zullen sneller zelf actief beleid uitvoeren indien zij de positieve gevolgen hiervan duidelijk zelf merken, en het niet alleen gevoeld wordt als een maatschappelijk probleem oplossen. Als zij door de gemeente daarin op de juiste wijze begeleid worden, zullen zij sneller geneigd zijn om te participeren. Dit werd eigenlijk door alle geïnterviewde partijen, zoals de Sportraad Amsterdam, de sporters, de bestuursleden van de verenigingen en de specialisten van Pride and Sports en de John Blankenstein Foundation ondersteund.
“Bijscholen van trainers en coaches, evenals het aanleren van de inclusiviteit-competentie, werden als mogelijke oplossingen aangedragen” – Hellen Bottema
"Maar hoe je de verenigingen dan vervolgens concreet helpt, is nog lastig – beaamden alle partijen – want clubs zijn erg afhankelijk van vrijwilligers, die al behoorlijk belast worden," besluit Hellen, "maar het pedagogisch bijscholen van trainers en coaches, evenals het aanleren van de inclusiviteit-competentie, werden als mogelijke oplossingen aangedragen. Om de situatie verder te kunnen verbeteren werd ook bewustwording (in de jeugd) genoemd, en ook het aangaan van het gesprek werd als positief ondervonden."
"Ik hoop dat in de toekomst op dit vlak de gemeente en de verenigingen elkaar meer weten te vinden, om acties in gang te zetten ter bevordering van de diversiteit waar de LGBTQ+ sporters behoefte aan hebben en wat een verrijking betekent voor onze maatschappij. Ook partijen zoals Pride and Sports kunnen hierin helpen."